5.7. De eerste twijfels - Wonderen en genezingen


Het viel me ook op dat wonderen en genezingen een nuchtere toets niet doorstonden. Hoeveel echte genezingen door gebed had ik al gezien?
Zeker, ik had mensen zien “genezen” van kwaaltjes. Maar was dat door een tussenkomst van god, of was het placebo-effect. Of was het gewoon door de verwachting alleen al dat er iets gebeurde. Of bleken die mensen maar tijdelijk genezen te zijn? Opnieuw zaken die mij aan het nadenken zetten.
Het viel mij op dat alle “echte” zieken niet genazen. Alle christenen die ik kende en die terminale kanker hadden stierven. Uiteraard was er hier en daar wel een ver-weg-verhaal van iemand die een wonderlijke genezing van kanker ontvangen had. Maar alweer leverde wat zoekwerk interessante informatie op. Het bleek immers niet onmogelijk te zijn dat kanker spontaan in remissie ging. Daar waren gevallen van bekend. Het kon dus ook opnieuw zonder god.
En ik moest toch wel eerlijk bekennen dat “echte” genezingen toch wel heel uitzonderlijk waren. Ik heb het er moeilijk mee dat christenen zeggen, “god geneest niet altijd”. Dat schept de indruk dat het veel gebeurt en zelden niet. Iedere eerlijke christen moet bekennen dat echte genezingen uiterst zeldzaam zijn. Ja, als je hoofdpijn hebt en je bidt, dan gaat die hoofdpijn na een tijdje weg. Maar heeft dat gebed daar eigenlijk iets mee te maken?

In het hoofdstuk “Verdere twijfels” lees je meer over dit onderwerp.