Eenmaal terug van onze
bijbelschool waren Jaimie en ik heel enthousiast om de zending in te
gaan. We dachten eraan om opnieuw naar Indonesië te gaan. Een Nederlander heeft
daar in de jungle een dorp opgericht, dat kinderen uit omliggende stammen
opvangt, hen helpt en hen met het evangelie (het geloof) in contact brengt. Het
leek ons wel wat om de kinderen die in deze huizen verbleven te begeleiden als
een soort foster parents.
Het is zo dat we onze korte
zendingsreis 2 jaar hiervoor en onze bijbelschool 1 jaar hiervoor eigenlijk
niet konden betalen. Beide waren dure aangelegenheden. We hadden hier
destijds echter voor gebeden, onze nood rondom ons bekend gemaakt en het
nodige geld kwam steeds ter beschikking op verschillende manieren. We zagen
hier echt gods voorziening in.
Toen we besloten om een testperiode in het kinderdorp in Indonesië door te
brengen begonnen we hier ook voor te bidden. Deze keer besloten we echter om
niemand iets van onze plannen te vertellen.
Wat bleek, er kwam niets van
geld binnen. Dit zette me aan het denken. Was het eerder wel god die
voorzien had? Uiteraard zal een christen hier zeggen, “misschien was het
niet gods plan dat je naar Indonesië trok”. Ik begon hier echter door te
kijken.
Het leek me duidelijk dat het
binnenkomen van het nodige geld bij de eerdere gelegenheden niets te maken
had met god. We hadden onze nood rondom ons bekend gemaakt en heel wat
sympathieke mensen, familie en vrienden hadden toen besloten om ons te steunen.
God had hier, naar mijn inzien, niets mee te maken.
Ook hier staken twijfels de
kop op.
© Ex christen